De AVG in Beeld: profilering (van onze Privacy Management Partners)
<
- (risico)profiel;
- gedragsanalyse;
- persoonlijke/gepersonaliseerde aanbiedingen;
- op basis van uw (surf)gedrag of (surf)gedrag van anderen;
- interesse-gebaseerd;
- gebaseerd op uw voorkeuren;
- segmentering/segment(en);
- online behavioural advertising/targeting.
En bij een overheidsorganisatie als:
- risico-inschatting;
- risicogericht controleren.
Over profilering moet helder en begrijpelijk worden gecommuniceerd. Naast de informatie die de verantwoordelijke bij een ‘normale’ verwerking aan de betrokkene duidelijk moet maken, is er ook de verplichting om nuttige informatie over de onderliggende logica, en de te verwachten gevolgen voor de betrokkene te geven. Nuttige informatie bestaat bijvoorbeeld uit de gegevens die het algoritme meeneemt in het besluit, hoe zwaar elk van deze gegevens meeweegt, en de (typen) uitkomsten.
Het probleem met transparantie
In het voorbeeld van Mims heeft de ontwikkelaar van de PSA-software, The Arnold Foundation, de code niet willen vrijgeven. Algoritmes zijn vaak commerciële producten, ook als ze door overheden worden gebruikt. De code en logica daarvoor willen de ontwikkelaars begrijpelijkerwijs niet zomaar vrijgeven. Daarbij: wat zou de gemiddelde persoon aan een code hebben? En kan een gemeentemedewerker uitleggen aan een bezorgde betrokkene hoe het algoritme werkt? Het vrijgeven van de code helpt concurrenten waarschijnlijk meer dan betrokkenen. Daarom kan het advies van de AVG hier aangehouden worden: maak de logica van het algoritme duidelijk, en laat alle technische onbegrijpelijkheden achterwege. Het nut van de informatie voor de betrokkene staat voorop.
Menselijkheid
Het belangrijkste principe rondom profilering in de AVG is dat de menselijke waardigheid en empowerment wordt behouden. De organisatie kan niet de verantwoordelijkheid voor het besluit bij het algoritme leggen: Iedere betrokkene heeft recht op een menselijke tussenkomst bij een besluit met significante gevolgen. Daarbij mag na een dergelijk besluit de betrokkene zijn of haar eigen standpunt kenbaar maken aan de verantwoordelijke, en mag het besluit aanvechten. Men moet beseffen dat de inrichting van een algoritme het resultaat is van een keuze voor het meewegen van bepaalde factoren voor een beslissing (en daarmee het weglaten van andere). Kortom, het is goed te realiseren dat een algoritme geen eenduidige waarheid geeft.
[intro textalign=”left” textcolor=”14px”]
Bron:pmppartners.nl, 9 januari 2018
[/intro]